| Transitieatlas | Niet ingelogd | Nieuw account | Inloggen

Meten is weten: als je iets niet kunt meten, kun je het ook niet verbeteren

Introtekst: 
Kun je duurzaamheid eigenlijk wel meten? Zo ja, welke criteria gebruik je dan om de voortgang in duurzaamheid binnen de verschillende sectoren in de maatschappij te meten? En wat kun je dan met de resultaten van dit onderzoek? Deze en andere vragen stellen we aan Niels Faber, Researcher Social Sustainability aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Hoofdtekst: 

‘Meetbaarheid is afhankelijk van het voorwerp dat je meet’, zegt Niels. ‘Bij stoffelijke zaken, zoals gassen, vispopulaties en dergelijke kan dit relatief makkelijk. Bijvoorbeeld als het gaat om uitstoot van koolstofmonoxide, of methaan. Je vergelijkt de situatie op een bepaald startpunt, de nulmeting, met een later meetmoment. De overeenkomsten en verschillen breng je dan in kaart. Bij biodiversiteit is het ook relatief goed mogelijk. De omvang van de vispopulatie kun je volgen. Belangrijk hierbij is om te kijken of de bestaande populatie qua omvang zichzelf in stand houdt. Zo niet, dan is de kans groot dat een dergelijke teruggang een externe oorzaak heeft, bijvoorbeeld giftige stoffen in de oceaan of overbevissing.’

Hoe werkt dat bij sociale kwesties?
Bij sociale kwesties is dat lastiger”, stelt hij. ’Zoals Leefbaarheid in steden, dorpen en op het platteland. Je wilt dan bijvoorbeeld meten of burgers hun woonomgeving leefbaarder vinden dan pakweg een jaar of vijf geleden Dat is een lastig vraagstuk. Je meet dan meningen of gedrag. Dit doe je bijvoorbeeld met enquêtes of observaties. Daarmee meet je de impact van de aanwezigheid van bepaalde voorzieningen op het welzijn van mensen. Denk bijvoorbeeld aan de bakker, kapper en huisarts. Het aantal winkels in een winkelstraat kan ook een indicatie zijn van de leefbaarheid in een dorp of stad. Als er in een paar jaar tijd veel winkels verdwijnen krijg je wel degelijk een beeld van de ontwikkeling van de leefbaarheid. ’. Dit soort metingen onder de bevolking geven een vrij goed beeld van hun gevoel over deze kwestie ‘.

Meten is weten, luidt het gezegde. Gegevens over de ontwikkelingen binnen dorpen, steden en provincies bieden nuttige informatie over de vraag welke ontwikkelingen hier dominerend - zullen - zijn.

Ook bij het vraagstuk van de duurzaamheid?
'Juist bij het vraagstuk van de duurzaamheid. De economie moet verduurzamen, moet circulair worden, zo luidt het credo. Bij een circulaire economie hebben we het over een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. Dit staat haaks op ons huidige lineaire systeem, waarin we grondstoffen omzetten in producten die aan het einde van hun levensduur worden vernietigd.'

Het nieuw te vormen kabinet wordt door een groep prominente bedrijven en instellingen opgeroepen zich actief op te stellen als het om de oplossing van vragen over duurzaamheid gaat. Ze willen dat het nieuwe kabinet het bereiken van de Sustainable Development Goals (SDG's) centraal stelt in het nieuwe regeerakkoord. Hoe meten ze of ze die gehaald hebben? En hoe draagt Noorden Duurzaam hieraan bij?

'Bij Noorden Duurzaam houdt de Thematafel Duurzaamheidsindicatoren Noord-Nederland
zich hiermee bezig. Het doel van deze tafel is bevorderen dat alle tafels en duurzaamheidsnetwerken in de regio duurzaamheidsindicatoren ontwikkelen en documenteren. Zo ontstaat er een gezamenlijke catalogus die de overgang van de lineaire naar de circulaire economie in kaart brengt. Tafels kunnen hiervan verslag doen naar andere tafels, naar de samenleving en naar de lokale of provinciale politiek. We zijn hier vorig jaar september mee gestart. Noorden Duurzaam kreeg hiervoor steun van het rijksoverheidsprogramma Duurzaam Door.'

Hoe zag die start eruit?
'Ons eerste project betrof tafelindicatoren. Dit project loopt nog en onderzoekt hoe tafels en netwerken zelf duurzaamheidsindicatoren kunnen ontwikkelen voor zowel fysieke en economische zaken als voor sociale onderwerpen. Professionalisering hierin is belangrijk, want daarmee vergroten tafels hun invloed op het verduurzamen van de economie en samenleving. Onze tafel ontwikkelt in dit project bijvoorbeeld checklijsten en werkwijzen voor de implementatie ervan.' Het is een open project. Iedereen met verstand van indicatoren die vakinhoudelijke bijdragen wil leveren kan lid worden van de thematafel.'

Welke problemen kom je tegen in het traject van ontwikkeling van checklisten?
'Over het type indicator dat wij willen ontwikkelen is nog weinig bekend. We bevinden ons op onontgonnen terrein. We gaan experimenterend te werk, improvisatie is het sleutelbegrip. Werken met indicatoren is complex, je hebt niet 1-2-3 oplossingen voor de vraagstukken die er zijn. Dat daagt me intellectueel enorm uit. Je moet in feite zelf aan de hand van bestaande, soms wetenschappelijke, informatie criteria ontwikkelen. Daarnaast hebben we meer vertegenwoordigers van ander tafels nodig. Hoe meer mensen vragen stellen of input geven vanuit hun eigen deskundigheid, des te beter zijn we in staat om hen te helpen zelf passende indicatoren te ontwikkelen. Onze projectgroep streeft ernaar voor 2018 de eerste versie van de indicatorencatalogus online te hebben.'

En wat is de status op dit moment?
'Er is een prototype van een indicatorenchecklist gemaakt voor alle tafels, die zij kunnen gebruiken bij het ontwikkelen van indicatoren. Je hebt eenvoudige indicatoren voor intern gebruik bij de tafels en indicatoren die geschikt zijn voor publicatie en wetenschappelijk gezien op orde zijn. Ik nodig mijn collega's van andere tafels en duurzaamheidsnetwerken van harte uit met de checklist aan de slag te gaan en zo mee te bouwen aan de indicatorencatalogus.'

Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Niels Faber: n.r.faber@gmail.com

 
Socials