body
Wie, wat, waarom
De stad-Groningse bouwwereld, lokale recyclingbedrijven en de gemeente werken sinds 2010 samen in het Betonketenoverleg gemeente Groningen. Het doel is een milieuvriendelijker betonketen, en het vinden van nieuwe manieren van ketenverduurzaming. Dat heeft een innovatieve werkwijze opgeleverd die inmiddels in 7 andere gemeenten is overgenomen.
Waarom hergebruik van betongranulaat?
Sloopbeton is een van de grootste retourstromen in Nederland. Het gaat om circa 1000 kg per inwoner per jaar. In de gemeente Groningen werd sloopbeton tot medio 2012 gebruikt als fundamentmateriaal onder asfaltwegen. Dat is hergebruik, maar het vermindert de grindinvoer in de gemeente niet en heeft dus geen effect op de aantasting, uitputting en vervuiling die het gevolg zijn van grindwinning. Het Betonketenoverleg gemeente Groningen beschouwt deze vorm van hergebruik daarom als downcycling, laagwaardig hergebruik. Voor een positief milieueffect en een gesloten keten is dat niet voldoende, sloopmateriaal moet juist in dezelfde toepassing kunnen terugkeren, dus in gebouwen en bruggen. Economisch is dat goed te doen. Het verwerken van betongranulaat is ongeveer even duur als grind en wordt ook elders steeds meer ingezet als grindvervanger. Het percentage van het grind dat door betongranulaat wordt vervangen hangt daarbij af van de eisen waaraan het beton moet voldoen. 20% betongranulaat mag altijd, 50% vaak en 100% soms.
Voorbeeld
Het in aanbouw zijnde Infoversum krijgt duurzaam beton. Bij het betonstorten wordt 33% van het grind vervangen door gerecycled ballastgrind, dat scheelt circa 77 ton grind. Bovendien wordt 1/3 van het cement ingewisseld voor vliegas uit hoogovens, dat scheelt nog eens circa 20 ton cementproductie. De actie is een voorbeeld van samenwerking in de lokale betonketen.
Wat houdt de actie precies in?
Een deel van de convenantpartners werkt al sinds 2010 samen in het Betonketenoverleg gemeente Groningen. Daar wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor verduurzamen van de lokale betonketen. Hoogwaardig hergebruik van sloopbeton is een van die mogelijkheden en er werd besloten tot een gezamenlijke proef. Die proef begon met een verkennend onderzoek door studenten van de Hanzehogeschool. De gemeente ging vervolgens stapsgewijs ander fundamentmateriaal voorschrijven voor de wegenbouw. Recyclingbedrijven hielden daardoor sloopbeton over en konden dat opwerken voor de mortelcentrales. De mortelcentrales van de stad bestelden dat en adviseerden de aannemers over granulaatbeton. De Kwaliteitsdienst Beton in Hoogkerk adviseerde het ketenoverleg. Bouwend Nederland regio Noord regelde communicatie hierover in de bouwwereld. De proef met dit actiepakket resulteerde in een vervanging van 10% van het grind dat in beton wordt verwerkt. Bovendien versterkte dit de samenwerking. Het actiepakket is daarom nu verbreed naar de hele lokale markt.
Wie zijn de ondertekenaars van het convenant?
• Gemeente Groningen;
• Betonmortelcentrale Groningen (BCG);
• Boverhoff Sloopwerken;
• MEBIN;
• Recyclingmaatschappij Groningen (RMG);
• Kwaliteitsdienst Beton Noord Nederland;
• Bowie;
• Gruno Recycling;
• Beelen;
• Dusseldorp Infra, Sloop en Milieutechniek B.V.;
• Theo Pouw Groep;
Ketenoverleg als nieuwe werkvorm
Het betonketenoverleg is een initiatief van stad-Groningse bedrijven en instellingen, en van het Contactnet Duurzame Innovatie Noord-Nederland (CODIN) als kenniscentrum voor ketenoverleg. Het doel is werken aan een duurzame lokale betonketen. Alle partijen in de lokale keten kunnen zich aansluiten. Er is een kernteam van opinieleiders uit zes geledingen: aanbod, vraag, recycling, kennis, overheid en transitie (bijvoorbeeld milieubeweging). Er wordt gezocht naar kleine acties die elkaar versterken en die marktbreed zonder subsidie haalbaar zijn. De lokale begrenzing is gekozen om slagvaardig te kunnen zijn en om een copieerbaar concept te ontwikkelen. De werkwijze is inmiddels overgenomen in onder andere Eindhoven, Tilburg, Woerden, Enschede en Friesland. Ook in andere ketens, zoals bitumen, verf, voeding en kunststoffen, zijn projecten gestart waarin dezelfde principes van zes geledingen en kleine acties worden toegepast.