Sommige tafels hebben voldoende aan eenvoudige indicatoren voor intern gebruik.
Het cijferwerk moet dan weinig tijd vergen en liefst niks kosten.
Andere tafels kunnen juist hoge eisen stellen aan hun indicatoren, zoals wetenschappelijke onderbouwing en transparantie.
Dat geeft meer invloed op samenleving en politiek.
In de ontwikkelpagina voor indicatoren wordt daarom eerst gevraagd naar het ambitieniveau.
Afhankelijk daarvan komen er weinig of juist meer vragen in beeld. Voor elke indicator kan zodoende
efficiënt en op maat gewerkt worden, en kan naar behoefte verder geprofessionaliseerd worden.
We maken onderscheid tussen vier ‘klassen’:
A = Geavanceerd (indicatoren bedoeld voor gebruik in overheidsbeleid)
B = Standaard (indicatoren bedoeld voor publiciteit en lobby)
C = Compact (indicatoren bedoeld voor samenwerking tussen tafels)
D = Basis (indicatoren bedoeld voor intern gebruik van een tafel)
Binnen de klasse bestaat een onderverdeling:
1 = de documentatie is voor meer dan 70% compleet
2 = tussen 30% en 70% compleet
3 = minder dan 30% compleet
A1 wil dus zeggen: geavanceerd, èn compleet. D3 betekent: basisniveau, en niet of beperkt ingevuld.
De klasse wordt na bewerken van de indicator automatisch bepaald.
Voor een hogere klasse moet de huidige meer dan 70% compleet zijn.
Bijvoorbeeld: als de gegevens van klasse B al compleet zijn, maar van klasse C nog maar voor de helft, dan is de klasse C2.
(Klik om dit venster te sluiten)